Deze kwartsietblokken bevinden zich op de Belgisch-Duitse grens nabij terminal 722 aan de Mützenich-zijde.
Volgens de legende rustte Karel de Grote daar tijdens zijn jachttochten in de bossen van deze regio.
Dit zoetwatermeer is meer dan 36 km lang en 2,7 km breed. De gemiddelde diepte is 132 m. Volgens de legende wordt het bewoond door Nessie, een zeeslang, en sinds 1930 zijn sommigen er zelfs naar op zoek gegaan.
Dit doodlopende dorp ligt aan de westelijke rand van het massief van Bois de Reuland. Het was gelegen aan een zeer drukke weg aan het einde van de 19e eeuw: de Chemin du Luxembourg, tot het verschijnen van de communicatie-wegen van de vallei.
Dit gehucht dat zich uitstrekt over Ferrières wordt doorkruist door de Logne, een zijrivier van de Lembrée. Het werd ooit doorkruist door een lokale lijn die Comblain-la-Tour met Manhay verbond. Werd een Pre-Ravel genaamd de Transferrusienne.
Deze weg, bestaande uit 8 zeer scherpe bochten, wordt "Amerika’s meest bochtige weg" genoemd. Vóór 1922 was de straat zo steil en gevaarlijk voor auto’s en voetgangers dat het nodig was om de helling met 27% te verminderen.