Dit fort maakt deel uit van een lijn van 309 kleine vestingwerken die tussen 1933 en 1935 door de minister van Nationale Defensie Albert Devèze werden opgericht, waarvan 174 in de provincie Luxemburg.
Deze kazematten van gewapend beton hebben een oppervlakte van 3,15 m bij 3,30 m. Daar kunnen 3 of 4 mannen plaatsnemen. De muren zijn 40 tot 60 cm dik.
Het schietgat is gepland voor een machinegeweer.