Voor strakke buiken ...
Deze uitzonderlijke locatie, gelegen op een rots van de Ourthe, is al sinds de prehistorie bezet.
Vervolgens bouwden de heren van het graafschap Montaigu daar in de 11e eeuw tot 1413 een kasteel.
De verdwijning van het kasteel volgt op een brand.
Afgezien van enkele nog zichtbare fundamenten, zijn er vandaag de dag niet meer, maar in 1639 werd op hun plaats een pauselijke kapel gebouwd door pater Charles Jamotte. Deze werd ingewijd op 27 september 1660.
Als relikwie is er een stuk van het hoofd van Saint-Thibaut en het Heilig Kruis. Hij is een pelgrim en kluizenaar die stierf in 1066 en heilig verklaard in 1073.
Het hoofdaltaar werd in 1730 geschonken door Jean Ernest de Loewenstein.
Het standbeeld van Christus aan het kruis en de Maagd dateren uit de 17e.
Bij de kapel staat een gebouw voor pelgrims: de kluis. De kluizenaar Fulgence Meunier, van de orde van Saint-Benoît, woonde daar tot aan zijn dood in 1929. Hij maakte de reis driemaal naar Santiago de Compostela op een voetstuk.
De laatste kluizenaar, Jean-Gabriel Lardinois, stierf daar in 1968. Hij leefde van donaties van pelgrims.
Vroeger een hoog bedevaartsoord, vooral op de dag van de aankondiging (25 maart), het Heilige Kruis (3 mei) en het feest van Saint-Thibaut (1 juli), blijft er vandaag die van 1 julllet of de eerste zaterdag van de maand.
Volgens de legende bracht Saint-Thibaut een paar jaar alleen door in de bossen van Marcourt.
We bidden om langzame koorts te genezen of wanneer we iets buitensporigs hebben begaan tijdens een maaltijd!
Pater Charles Jamotte, oprichter van de kapel, vermeldde het in zijn verzameling heilige genezers die in 1669 verscheen : Il a l’må d’Sint-Tîbå ! I beût bin èt i n’magne nin må ! Wat in het Waals betekent : hij heeft het kwaad van Saint-Thibaut! Hij drinkt goed en eet niet slecht!
Om deze pech af te weren hebben we een kruis gemaakt met twee takken. Vervolgens gooiden we het in de wonderbaarlijke fontein of hingen we het in de takken van de essenboom net boven de fontein. Tegenwoordig blijft het zijn door wormen opgegeten stam gevuld met mos.
Prehistorie : voor -3000 (eerste geschriften)
Oudheid : -3000 tot 476 (val van het West-Romeinse rijk)
Middeleeuwen : 476 tot 1453 (val van het Oost-Romeinse rijk)
Moderne tijden : 1453 tot 1789 (Franse Revolutie)
Hedendaagse periode : 1789 tot 1945 (Einde van de Tweede Wereldoorlog)
Recente geschiedenis : 1945 tot heden
Les seigneurs du Comté de Montaigu édifient un château sur la colline en rive gauche de l’Ourthe.
Mort de Saint-Thibaut, pèlerin et ermite.
Saint-Thibaut est canonisé.
Le château disparaît à la suite d’un grave incendie.
L’abbé Charles Jamotte édifie une chapelle castrale à l’emplacement de l’ancien château.
La chapelle est consacrée.
Le maître-autel est offert par Jean Ernest de Loewenstein.
L’ermite Fulgence Meunier, de l’ordre de Saint-Benoît, meurt à Saint-Thibaut. Il a fait 3 fois le trajet vers Saint-Jacques de Compostelle pédestrement.
Le dernier ermite, Jean-Gabriel Lardinois, qui vivait du don des pèlerins, décède à Saint-Thibaut.