Het maakt deel uit van een groep kastelen gebouwd door industriëlen uit de regio, samen met het kasteel du Pont d’Oye, de Châtelet en Bologne.
De naam komt van de eerste eigenaar: Herman de Trappé, voormalig burgemeester van Luik.
In de 16de eeuw begon de energieproductie in de Rulles-vallei. 5 vijvers (Fabrique, Pont d’’Oye, Châtelet, Bologne en Trapperie) leverden via de watervallen de nodige energie-input voor de Forges de Mellier.
Deze gemeente heeft ongeveer 2700 inwoners. De "Tchantchans" zijn de niet-Joodse Gaumais van de inwoners.
Langs deze vijver bevinden zich een vissersmuseum, een documentatiecentrum, een plaats van initiatie in de visserij en de ecologie van het watermilieu. Allemaal beheerd door de vzw "La Bourriche", promotor van regionale biodiversiteit.
Dit huis beheerd door de vzw "La Bourriche" verenigt verschillende activiteiten gericht op visserij en het milieu. Het laat je kennismaken met vissen en de ecologie van aquatische omgevingen en er is een visserijdocumentatiecentrum (gekoppeld aan vissen).
Dit kleine dorp van 300 inwoners ligt in het hart van het gelijknamige bos.
Het wordt voor het eerst in de 11e eeuw aangehaald door Adèle, gravin van Aarlen.
Deze oude graanmolen dateert uit het einde van de 18de eeuw en is gerestaureerd als privéwoning.
Dit dorp met duizend inwoners aan de rivier de Mellier, voor het eerst vermeld in 1270, draagt de bijnaam "Poort naar Gaume".
In het beverparadijs